Criminaliteit & Privacy: Hoe kan het samen?

April 4, 2019

Op 29 maart 2019 presenteerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid het onderzoek naar de forensisch-psychiatrische kliniek in Den Dolder waar Michael P. werd voorbereid op zijn terugkeer in de maatschappij. In deze kliniek had Michael P. enkele vrijheden waardoor het tijdens dit verblijf op 29 september 2017 voor hem mogelijk werd om Anne Faber om het leven te brengen. Voor dit feit is Michael P. inmiddels veroordeeld.

Aanleiding

Het onderzoek naar de kliniek geeft weer dat er meerdere fouten zijn gemaakt door verschillende instanties. Hierdoor zijn onder andere de veiligheidsrisico’s voor de samenleving niet goed ingeschat. Eén van deze fouten is een onzorgvuldige overdracht van de gegevens over het verleden van Michael P. door de penitentiaire inrichting in Vught, waar hij eerst gevangen zat. Hierdoor was de kliniek niet voldoende op de hoogte van zijn zedenachtergrond. Dit wil zeggen: als de kliniek wel op de hoogte was geweest van deze geschiedenis, had Michael P. misschien minder vrijheden gehad waardoor hij op 29 september 2017 ook niet de mogelijkheid had om Anne Faber van het leven te beroven.

Let op: deze blog gaat niet over de gemaakte fouten, en de verantwoordelijkheid van de instanties. Daarvoor verwijzen wij graag naar de experts op dit gebied.

Zoals je van ons verwacht, gaat deze blog wel over de privacywetgeving en de juiste toepassing en uitleg daarvan. Want de bovengenoemde fout, het niet goed overdragen van de benodigde informatie, wordt op dit moment door nieuwsbronnen aan de privacywetgeving verweten. En deze uitleg, dat deze fout komt door de privacywetgeving, is onjuist.


Het recht op privacy is niet absoluut

Het recht op privacy betekent onder meer dat de persoonsgegevens van iemand worden beschermd en niet zomaar doorgestuurd mogen worden. Iedereen heeft een recht op privacy, dus ook de mensen die overtredingen of misdrijven begaan, maar dit recht kan worden beperkt. Wanneer iemand gedetineerd is, betekent dit per definitie dat zijn of haar rechten en vrijheden worden beperkt. Ook het recht op privacy, omdat een gedetineerde zich niet vrij kan bewegen. Deze beperking is vaak nodig, omdat de gedetineerde een gevaar is voor zichzelf of voor een ander.

In Nederland, maar ook breder in Europa en internationale context, zijn er wetten en regelingen die voorschrijven wanneer persoonsgegevens juist wel doorgestuurd moeten worden. Denk aan een arts die het medisch beroepsgeheim mag doorbreken als deze plicht in conflict komt met een andere belangrijke plicht, of er in het algemeen een zwaarwegend belang is. De arts zou de politie zonder toestemming van de patiënt mogen inlichten als de patiënt zwaar onder invloed van verdovende middelen van plan is om zelf met de auto naar huis te rijden. Zo kan worden voorkomen dat een andere weggebruiker mogelijk schade lijdt of wordt aangereden. Verder zijn er situaties van huiselijk geweld of jeugdzorg denkbaar waarbij het noodzakelijk is om gegevens te verstrekken. Voor al dit soort situaties is er wetgeving die aangeeft dat het recht op privacy afgewogen moet worden tegen een ander recht. Op deze manier kan er rechtmatig een inbreuk worden gemaakt op de privacy van iemand. Het wel of niet verstrekken van toestemming van deze persoon doet er dan niet meer toe. In plaats daarvan gaat het dus vooral om het gevaar dat je bent voor jezelf of je omgeving.


Juiste toepassing van privacywetgeving voor een goede balans

Het rapport van de Onderzoeksvraag voor Veiligheid geeft een uitgebreide beoordeling en uiteenzetting van de situatie rondom de gebeurtenissen op 29 september 2017 en alles wat hieraan voorafging. Het geeft duidelijk aan waar de fouten zijn ontstaan en hoe de verschillende wet- en regelgeving hier van toepassing is. Hoewel het recht op privacy hier zeker een belangrijk onderdeel van is, worden in de nieuwsberichten vluchtige conclusies getrokken op basis van het onderzoeksrapport. Het is namelijk niet de privacywetgeving die de fouten veroorzaakt, maar de verkeerde toepassing en uitleg van deze en andere wet- en regelgeving. Op deze manier ontstaan misvattingen over de privacywetgeving.

Waarom is het belangrijk om deze misvattingen aan te kaarten? Nou, precies om situaties naar aanleiding waarvan deze blog is geschreven. Wanneer er onduidelijkheid is over privacywetgeving en hoe je deze moet toepassen in situaties, ontstaat er vaak een krampachtige situatie. Organisaties zijn bang om persoonsgegevens te verwerken, of denken dat ze altijd toestemming nodig hebben. Op deze manier kunnen andere belangen en rechten in het geding komen waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. De privacywetgeving is bedoeld om de persoonsgegevens te beschermen, maar ook om een duidelijk kader te scheppen voor het rechtmatig doorbreken van dit recht. Deze kaders dienen dus als oplossing, en niet als blokkade. En vooral voor situaties van zwaarwegend algemeen belang zijn er uitzonderingen opgenomen in de privacywetgeving. De Nederlandse Uitvoeringswet AVG bevat een aantal van die uitzonderingen, zowel voor medische als voor strafrechtelijke gegevens.

Bij Privacy Company streven we ernaar om de privacywetgeving zo duidelijk mogelijk uit te leggen, om misvatting zoals beschreven in deze blog te voorkomen. We hopen hiermee organisaties te ondersteunen in het maken van de juiste afweging tussen privacy en andere belangen.

Download