In hoeverre verschilt het privacyrecht van kinderen met dat van volwassenen?

December 13, 2016

“Intertoys en Bart Smit halen slim speelgoed uit winkels om privacyzorgen”. Met deze kop opende NU.nl vorige week een artikel over speelgoedpoppen die gebruik maken van stemherkenning om te luisteren naar kinderen en gepast terug te praten. Deze geluidsopnames zouden zonder toestemming worden bewaard en zouden zeer makkelijk te gebruiken zijn voor spionage. Hiermee zou de privacy van kinderen en hun omgeving in gevaar komen. De privacy van kinderen wordt ongemerkt steeds vaker bedreigd. Naast slim speelgoed zien we dat kinderen op steeds jongere leeftijden actief zijn op het internet en gebruik maken van smartphones. Dit brengt vanzelfsprekend ook risico’s met betrekking tot privacy met zich mee. Maar in hoeverre verschilt het privacyrecht van kinderen van dat van volwassenen en hoe kun je dit beschermen? In deze blogpost zal ik hier wat meer informatie over geven.

Uitzondering in de wet

De groep minderjarigen tot zestien jaar is voor de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) een groep die speciale behandeling verdient. Dit uit zich door de aanwezigheid van een extra vereiste voor het gebruik van de verwerkingsgrondslag ‘toestemming’. Voor elke verwerking (handeling met persoonsgegevens) is een wettelijke grondslag vereist. Toestemming wordt veel gebruikt als verwerkingsgrondslag omdat deze relatief eenvoudig te verkrijgen is. Op het moment dat het om minderjarigen onder de zestien gaat is toestemming van deze minderjarige echter niet voldoende. In plaats daarvan moet er toestemming worden gevraagd aan de wettelijk vertegenwoordiger van het minderjarige kind. In de meeste gevallen is dit één van de ouders. Van ouders wordt dus verwacht dat zij de privacy van hun kind beschermen. Dit is echter zo makkelijk nog niet. Als een kind online via een app of website zijn of haar eigen gegevens al niet prijsgeeft zijn het wellicht scholen, sportverenigingen of producenten van speelgoed die de privacy van kinderen bedreigen.

Wat te doen als ouder?

Het is belangrijk om als ouder kritisch te blijven als het gaat om zowel de offline als online privacy van je kind. Vragen waar je bij stil moet staan:

  • Van wat voor soort apps en websites maakt je kind gebruik en wat voor gegevens worden er van hem of haar gevraagd?
  • Is de (gratis) app/website die gebruikt wordt reclamevrij?
  • Is het mogelijk om contact te maken met onbekenden?
  • Kun je via de app/website opeens op een andere website terecht komen?
  • Kunnen kinderen in-app aankopen doen?

Al deze vragen kunnen helpen om een goed besluit te nemen over het gebruik van verschillende online apps en diensten. Daarnaast is het altijd mogelijk om vragen te stellen bij scholen of sportverenigingen met betrekking tot het gebruik van de persoonsgegevens van je kind. Voor al het gebruik van de persoonsgegevens van je kind moet namelijk in principe toestemming gevraagd worden. De laatste en misschien wel belangrijkste tip is om kinderen al vanaf jonge leeftijd bewust te maken van hun recht op privacy en de mogelijke consequenties van online gedrag. Privacy begint immers bij jezelf en hoe eerder kinderen zich bewust zijn van de risico’s van het delen van persoonsgegevens, des te groter de kans is dat ze hier ook op latere leeftijd op een goede manier mee om zullen gaan.

Verwerkt jouw organisatie persoonsgegevens van kinderen?

Als organisatie die persoonsgegevens verwerkt is het altijd goed om je van tevoren af te vragen of er mogelijk persoonsgegevens van kinderen onder de zestien zullen worden verwerkt bij het aanbieden van je dienst of product. Als dit het geval is moet er namelijk expliciet toestemming aan de ouder of verzorger worden gevraagd. Doe je dit niet, dan handel je als organisatie in strijd met de wet en loop je het risico om hoge boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens te krijgen. Probeer daarnaast gebruik te maken van Privacy by Design en Privacy by Default om kinderen die gebruik maken van je product of dienst zo goed mogelijk te beschermen.

Download